Luister naar dit Artikel

Het Joint Investigation Team (JIT) heeft woensdag een persconferentie gegeven over de eerste resultaten van het strafrechtelijk onderzoek naar de MH17-crash. Journalist Joost Niemöller, schrijver van het boek MH17 de doofpotdeal, was erbij en concludeerde na afloop dat de persconferentie alleen maar vragen oproept.

Het JIT stelde op basis van radargegevens en verklaringen van getuigen dat MH17 niet kan zijn neergeschoten door een gevechtsvliegtuig. “Het punt was nu juist dat die radargegevens, zowel van Oekraïne als van Rusland, ontbraken,” aldus Niemöller. “Op grond van radargegevens kan dus helemaal niets geconcludeerd worden.”

Dan de verklaringen van getuigen. Er waren tientallen getuigen van de crash die spraken van straaljagers. Daar wil het OM kennelijk niets van weten.

‘Ze zeiden maar wat’

Het JIT stelde verder zowel vanuit Rusland als Oekraïne genoeg radargegevens te hebben verkregen om een voldoende compleet beeld van het luchtruim boven Oost-Oekraïne te krijgen. “Dat kan het OM niet menen,” klaagt Niemöller. “Het Russische ministerie van Defensie heeft twee dagen geleden radargegevens gepresenteerd waaruit blijkt dat er helemaal niets te zien was in de directe omgeving van MH17. Een Buk was er dus niet.”

De journalist wijst erop dat het OM ook aangaf de radarbeelden van de Russen nog niet te hebben ontvangen. “Ze wisten dus niet waarover ze spraken en zeiden maar wat,” zei hij.

Volgens het JIT bevonden zich op het moment van de crash geen andere vliegtuigen in de nabijheid van MH17. Getuigen zeiden dat straaljagers vlak voor de crash erg laag overvlogen. Het is dus goed mogelijk dat ze daardoor niet zijn opgepikt door de radar. Niemöller wijst erop dat Oekraïense gevechtsvliegtuigen vaker laag overvlogen in het gebied.

Onthutsend

Het JIT stelde ook dat bij sectie op lichamen meerdere deeltjes gevonden zijn die afkomstig zijn uit een Buk-raket. Volgens de Onderzoeksraad voor de Veiligheid was er maar één deeltje gevonden in één lichaam. Was komen die extra deeltjes opeens vandaan?

Het JIT baseert zich onder meer op tapgesprekken, maar geen enkele journalist vroeg tijdens de persconferentie naar die gesprekken. “Ik vroeg als enige wel naar de bron,” zei Niemöller. “Het antwoord was onthutsend. Alle telefoontaps waren aangeleverd door de Oekraïense geheime dienst. Er zijn geen andere bronnen.”

Het belangrijkste kritiekpunt is volgens hem het feit dat het JIT zeer nauw samenwerkt met de Oekraïense overheid. Het is dan eigenlijk al onmogelijk geworden om met een beschuldigende vinger naar de Oekraïeners te wijzen.

[Joost Niemöller]